Fiber art, ook wel textielkunst genoemd, gaat eigenlijk voorbij aan functie. Het richt zich op de materialen en het maakproces. Hiermee kan de kunstenaar uitdrukking geven aan zijn wereldbeleving en zijn boodschap over brengen op de aanschouwer.
Bruikbaarheid is bij fiber art ondergeschikt aan het geheel en plaatst het esthetische boven alles. Het is een kunstvorm die raakvlakken heeft met - en gebruikmaakt van textiele werkvormen, maar men dient het niet te verwarren met toegepast textiel of handwerken.
Als mensen aan textiel denken, komen er bij de meesten, vaak een tweetal elementen naar voren: traditioneel handwerken (zoals breien, haken en borduren) en mode & kleding. Het zijn beide verschijningsvormen van textiel, maar vrijwel altijd staat het textiel “in dienst van….” Er is dan sprake van een functie: praktisch, decoratief of een combinatie van beiden. Enkele voorbeelden van praktisch textiel: kleding, huisraad zoals lakens, handdoeken, bekleding van meubelstukken en gordijnen.) Enkele voorbeelden van decoratief textiel zijn borduurwerk, wandkleden en kussenhoezen.
De grens tussen praktisch en decoratief textiel, zoals hierboven staat beschreven, is meer fluïde dan je op het eerste gezicht zou denken. Altijd is er de overlap van schoonheid naar functionaliteit en vice versa.
Daar, waar de praktische functionaliteit eindigt, begint Fiber art en komen technieken uit de textielkunst en handwerk komen samen.
Deze onderscheidende expositie focust zich niet op schilderijen van verf en doek, maar op werken van textiel, draad en kunststoffen. Textiel in de ruimste vorm van het woord. Negen kunstenaars uit de regio, van binnen en buiten Stichting KunstWerkt, laten zien wat de kracht van textiel is. Proces, vorm en ritme zijn een belangrijk aspect in deze tentoonstelling.
Materiaal staat centraal in deze verrassende expositie. Wie denkt hier muffe borduurlappen van oma te vinden, komt bedrogen uit. Textielkunst en Fiber art op zijn modernst.
Ilona Bruins, curator
Marco Biemans
Froissé is een serie ruimtelijke wandobjecten gemaakt van hout en gemerceriseerd katoen.
Elk werk is een fragment uit verschillende stukken gekreukt papier.
De glooiingen, scherpe overgangen, schuine vlakken en de werking van het licht hierop, herinneren me aan de [on]regelmatigheden van en in het landschap. In elk werk ontdek ik door het weven en wikkelen nieuwe structuren, overgangen en vormen. Froissé is een doorlopend project.
Mijn werk gaat over verhoudingen tussen lijn en vlak, waarbij ik zoek naar systemen en structuren. Deze zijn een antwoord op mijn innerlijke fascinatie voor verhoudingen en systemen, zoals die bedacht zijn door de mens of ontstaan door de speling van de natuur.
Femmie Duiven
Mijn werk is sculpturaal. Ik maak daarbij vaak gebruik van textiel, soms gecombineerd met hardere materialen. De relatie tussen het menselijk lichaam en het landschap is een steeds terugkerend thema. Ik geef mijn beelden een huid die verleidelijk, sensueel en uitdagend is. Een huid die de zintuigen prikkelt, waarbij het geheel niet zo zeer in rationele zin, maar eerder gevoelsmatig te begrijpen is.
De installatie ‘Lichtzinnigheid in barre tijden’ is licht en luchtig, als een gedroomd landschap. Ik naaide van transparant organza, zakken met rimpelelastiek, die ik vulde met polystyreen-korrels (zitzakvulling). Het werd een lichtzinnig spel met sculpturale eigenschappen als binnenkant en buitenkant, oppervlak en structuur, zacht en hard.
In het werk ‘Oh No, in Blue Velvet’, zoeken herinneringen en gevoelens een uitweg uit een hoofd en gaan op in een landschappelijk geheel van zacht fluweel en stromend kaarsvet.
Ensemble, Mirjam en Barbara
Ensemble is een samenwerking tussen ontwerpster Barbara Palandeng-Munsel en kunstenaar Mirjam Boomert. Hun voorliefde voor textiel bracht hen bij elkaar en al eerder maakten ze samen werk, Ensemble 1 en 2, dat o.a. te zien was in Stedelijk Museum Schiedam.
Een gezamenlijk werk maken was voor beiden nieuw maar zorgde wel voor een mooie verbinding in verschillende stijlen, technieken èn verhalen, iets dat bij Mirjam vaker terugkomt.
Natuur, natuurlijke materialen en (kleur)processen spelen een belangrijke rol in Barbara’s collecties; ook bij het tot stand komen van dit werk heeft ze zich hierdoor laten inspireren. Ook hergebruik is een terugkerend thema: het basismateriaal voor de Fibre Art expositie werd een grote lap denim die al jaren in Mirjams atelier lag te wachten op een bestemming.
Op hun eigen wijze hebben ze het materiaal onderzocht en bewerkt om uiteindelijk te komen tot 1 werk, Ensemble 3.
Kaije Feenstra
Kaije Feenstra (1954) werkt aan verschillende projecten met, op
dit moment, de thema’s tijd en landschap.
Ooit heb ik 365 bloemblaadjes verzameld, getekend en daarna geborduurd. Ieder blaadje is anders, de diversiteit van de natuur.
Wij leven in een cyclus van geboorte en dood, in Japan vieren ze dat met Sakura, het bloesemfeest. Het bloeien van bloesembomen wordt in Japan gezien als het samenkomen van leven en vergankelijkheid.
In het werk komen orde en
chaos samen.
Ilona Bruins
Ilona Bruins (1975, Vlaardingen) laat zich inspireren door sferen en emotie. Deze vertaalt zij naar abstracte, rechtlijnige composities in kleur en vorm. Dit geeft een bijzonder beeld. Emoties en gevoelens zijn vaak complex en gelaagd en juist verre van rechtlijnig. Haar werk vertoont een gelaagdheid, deels echt, deels gesuggereerd door kleurgebruik. In haar veelal geometrische composities verbeeldt Ilona gevoelens en gemoedstoestanden, sferen en emoties in lijn, kleur en ritme.
Het werk van Ilona laat zich het beste omschrijven als Contemporary woven abstracts. In haar werk “weeft” Ilona met allerlei (textiele) materialen. Om haar werk vorm te geven gebruikt Ilona verschillende materialen zoals: textiel, wasvoorschriften en labels uit kleding, satijn lint, industrieel rubber, plastic, Butyl (fietsbanden) en EPDM en divers ander materiaal.
In haar composities speelt balans letterlijk en figuurlijk een belangrijke rol. “Structuur & Balans in het beeldend vlak én balans in het leven hangen voor mij sterk samen. Een centraal thema in mijn werk zijn de tegenstellingen in mensen. Hoe mensen zich presenteren en hoe zij zich werkelijk voelen. Hun onzekerheid en kwetsbaarheid verhullend. Binnen- versus buitenkant, eenzaamheid versus verbondenheid, Chaos versus orde.”
“Voor mij gaat kunst over het beleven van een verhaal op een manier die woorden niet kunnen beschrijven. Emoties en kleuren zijn voor mij vaak sterker dan woorden en komen direct en puur binnen bij de kijker. Woorden vormen soms alleen een lege schil, waarin de werkelijke boodschap verborgen blijft.”
Francisca Henneman
Francisca Henneman (1962) heeft aan de Willem de Koning Academie Modevormgeving gestudeerd (1985-1990).
Niet alleen het textiel, maar juist het gebruik van onverwachte industriële materialen als rubber en silicone boeit haar nog steeds. Dat zie je in haar sieraden onder het label Difranci die zij maakt vanaf 2006.
Sinds 2018 maakt zij ook objecten uit rubber en silicone. Met haar objecten neemt zij deel aan verschillende textiel-biënnales in Europa.
Zij exposeert haar sieraden en objecten in galeries, museumwinkels en andere kunstevenementen zowel in Nederland als ook in
het buitenland.
Het experimenteren met verschillende materialen en het ontdekken van verschillende texturen en structuren en het uitwerken daarvan is een vast onderdeel van het werk van Francisca.
Zij gebruikt bijvoorbeeld oude ambachtelijke technieken als haken en breien. Dit combineert zij met het industriële rubber en silicone. Hiermee ontstaan bijzondere texturen en structuren.
Door intuïtief te werken groeit het werk onder haar vingers en ontstaan de vormen. Deze hebben vaak een regelmatige golvende vorm. Zij maakt haar objecten die je in droomlandschapen kan neerzetten met haar eigen versie van zowel dierlijke, koraalachtige als plantaardige organismen.
Astrid Meijer
…opeens herinner ik mij een gesprek uit de academietijd, waarin ik opmerkte dat ik “zo geraakt kon zijn door de schoonheid van het minimale, dat zelfs (de schaduw van) een draad voor mij iets kon betekenen.” “Dan moet je er wél iets omheen bouwen om dit over te brengen.” , merkte iemand op.
De draad kwam tevoorschijn in het werk Basse Couture, (de tegenhanger van Haute Couture) een minimaal werk van een gerafeld zwart voormalig kledingstuk, waarvan flarden nog aan een enkel draadje hingen. Dit gecombineerd met lange zwarte satijnen handschoenen. De handschoenen, dat is een verhaal apart. Daarvan is een grote omvangrijke verzameling en werken die daaruit zijn ontstaan.
Naast de vroegere liefde voor het esthetische minimale word ik aangetrokken door het ruwe minimale; door de expressie van het materiaal zelf, door sporen van verval, zoals je deze aantreft in textiele lompen, zwerfhout en oude metalen.
Op het atelier is een organisch samengesmede verzameling ontstaan, na jaren van verwondering en verzamelen.
ONTIJ, voltooid voor Fiber Art, is gegroepeerd om een hoofdfiguur die als een geest oprijst uit een met olie besmeurde en kapotte Support BH.
In deze installatie zwerven de onderdelen uit een voorbij bestaan verweesd rond. Er is geen support meer en niemand aanwezig om dit in ontvangst te nemen.
De toeschouwer kan dit op zich laten inwerken en interpreteren n.a.v. wat er zoal in een mensenleven kan gebeuren en de problematiek van deze tijd of alle tijden.
De op drift geraakte elementen symboliseren uiteenvallen, onderhavig zijn aan niet te sturen gebeurtenissen.
Theo Rooden
Theo Rooden maakt geometrisch abstract werk. Altijd al heeft hij een fascinatie voor patronen met eindeloze variaties, zoekend naar spannende begrenzingen. Fiber art is voor hem betrekkelijk nieuw. In 2017 werd hij gegrepen door de mogelijkheden, maar ook de beperkingen van weeftechnieken. Er is altijd een nauwkeurig plan vooraf. Maar op het getouw is er ook verrassing en onvoorspelbaarheid: hoe de structuur van het weefsel een rol speelt, hoe kleurmengingen ontstaan. Naast de compositie is het ook de microstructuur van het weefsel die het kunstwerk maakt tot wat het is.
Graag trekt Rooden zich terug in de weverij. Als een monnik is hij begeesterd door de herhalende bewegingen waarbij het weefsel aandachtig draad voor draad traag groeit onder zijn handen.
In de expositie wordt handgeweven damast getoond uit de collectie Parade. De patronen en composities ontstaan vanuit spelregels die hij zichzelf oplegt en die zich aandienen vanuit de weeftechniek. De damastweefsels kenmerken zich doordat per ‘pixel’ van vier bij vier draden de dominant zichtbare draadrichting kan worden gekozen. Zo krijgt de pixel de kleur van de schering (de verticale draden) of de kleur van de inslag (de horizontale draden). In de getoonde doeken laat Rooden langs diagonalen de draadrichting wisselen, waardoor sterke kleurvlakken ontstaan.
Zoals wel vaker begoochelt Rooden het oog met optisch spel. Het platte slappe vlak van het weefsel wordt uitgedaagd. En hij verrast met tweezijdige doeken, waarvan de ene kant het logisch technische weefresultaat is van de andere kant.